Opstellingen-Modules

Modules zijn een soort interventies die het systeem kunnen verbeteren zodat de klachten verminderen/verdwijnen. Modules helpen om opstellingen te verduidelijken.

Soms zijn meerdere opstellingen met eigen vragen nodig om de klachten goed te doorgronden. Modules zijn bruikbaar voor familieopstellingen en organisatieopstellingen.

Voor familieopstellingen zijn ze als volgt te interpreteren:

  • Afgrenzing; Als kind niet de verantwoordelijkheden van de ouder toeeigenen.
  • Teruggave; wat niet van jou is teruggeven, bijvoorbeeld aan een van je ouders.
  • Volgorde; een jonger kind staat lager in de rangorde.
  • Eren; je ouders eren voor het feit dat ze je het leven hebben gegeven.
  • Ik zie je als; een familielid anders zien dan ze oorspronkelijk zijn en dit terugdraaien
  • “Zegenen”; respect hebben voor iedereen in het gezin van herkomst. Er zijn altijd andere redenen waarom mensen doen wat ze doen, deze kun je niet weten als lid van het systeem.
  • Ik volg je; te dicht bij de doden staan als levend familielid.
  • Contact herstellen (elkaar aan laten kijken); het contact herstellen met een familielid of naaste van de familie.
  • Dubbele belichting (Kataleptische hand); een familielid anders zien doordat je een ander beeld voor je hebt.
  • Triangulering; niet op de plek van een ouder gaan staan als kind.
  • Innerlijke beeld laten werken (laatste beeld op je in laten werken); een opstelling leidt tot een nieuw innerlijk beeld van de familie. Dit beeld op je in laten werken doet de energie weer stromen.

Voor organisatieopstellingen zijn ze als volgt te interpreteren:

  • Afgrenzing; Zakelijk/prive en zakelijk wat je functie inhoudt
  • Teruggave; teruggeven wat niet bij jouw hoort. Niet dingen oppakken die niet passen.
  • Volgorde; niet de plek van een leidinggevende innemen als medewerker
  • Eren; Als iemand die de organisatie verlaat niet geeerd is kan die een besmette plek achterlaten
  • Ik zie je als’ leidinggevende zien als vader terwijl het je manager is
  • “Zegenen”; zaken als exitgesprek niet negeren.
  • Ik volg je; een collega die ontslag neemt/krijgt teveel volgen doet je werk niet goed.
  • Contact herstellen; een zakelijke ruzie goedmaken. Door af te stemmen en niet negeren.
  • Dubbele belichting (Kataleptische hand); bewust zijn dat persoonlijk en zakelijk soms door elkaar lopen.
  • Triangulering (Niet op een ander niveau ingrijpen); als medewerker op de plek van de leidinggevende staan zonder voldoende bevoegdheden
  • Innerlijke beeld laten werken (laatste beeld op je in laten werken); het laatste beeld van een organisatieopstelling waarbij de balans hersteld is, de plek duidelijk is en de binding goed is op je in laten werken.

https://www.vindtocht.nl/dynamieken

 

Dynamieken ontstaan als er iets in het systeem niet goed met de uitgangsprincipes BOB.

Het systeem herstelt zich maar niet op de goede manier. Er gaat dan iets wringen tussen de elementen van het systeem. Het systeem is hersteld, het voortbestaan is gered, maar er is een zwakke plek ontstaan.

Voorbeelden:

  • Iets voor een ander dragen
  • Iemand volgen of niet kunnen zien
  • Verwarring van posities met personen

Dynamieken komen aan het licht aan de hand van symptonen; conflicten tussen medewerkers, hoog ziekteverzuim targets niet gehaald, hoog verloop.

Dynamiek wordt in de opstelling opgespoord met behulp van interventies (aanvullingen, testen, verplaatsingen of proceswerk (standaardzinnen).

De opstelling heeft als doel aan de hand van symptonen de dynamiek aan het licht te brengen. Dmv interventies wordt naar een oplossing gezocht zodat de BOB weer gelden. Dan komt er weer energie in het systeem, komen de elementen weer in hun krachten ontstaat er weer toekomst.

Verschillende dynamieken leiden tot verwarring. Verwarring gaat vooraf aan een nieuwe inzicht. Verwaring is een doorgang naar een nieuwe realiteit.

  • Verwarring van context: overdracht van de ene context naar de andere. Bijvoorbeeld van de ene org. op de andere org, dubbelbeeld, gebondenheid ander systeem.
  • Verwarring met een andere laag: in het werkteam is hetzelfde patroon zichtbaar als in het managementteam
  • Persoonlijke verwarring/Persoonlijke context: iets voor iets of iemand dragen. Parentificatie (zich beter voelen dan de leidinggevende), triangulatie (op de verkeerde plek terechtkomen).
  • Vermenging van dynamieken van verschillende systemen: komt nogal eens voor bij fusies.
  • Verwarring persoon/positie: Als functie feitelijk niet bestaat of niet beschikbaar is (besmet).