Ik lees zo veel mooie dingen over yoga in mijn leven dat ik ze begin te vertalen en hier met jullie ga delen. De laatste tijd lees ik veel over ademhalen tijdens yoga. In het boek Light on Pranayama schrijft BKS Iyengar:

Met veel kracht ademhalen voedt en versterkt het ego. Als de ademstroom zacht en bijna onhoorbaar is voor jezelf, dan word je gevuld met nederigheid. Hier start de ontwikkeling van het zelf.  

Met het zelf bedoel ik de ziel, Atma, jouw binnenste kern. Die raak je aan door naar binnen te keren.

In mijn yoga lessen zeg ik tijdens de de lessen heel weinig over hoe je ‘moet’ ademen’. En als het over de adem gaat, geef ik daar een speciale les over, de pranayama les. Ook ademen we bijna nooit luidruchtig of door de mond uit. Het valt me op dat in andere yogalessen vaak wel luidruchtig wordt geademd en vaak krijg ik vragen over hoe je moet ademen tijdens de yogales. Alsof ademhalen niet gewoon vanzelf gaat. Ademhalen doen we de hele dag, en als we daar mee ophouden loopt het slecht af, schrijft mr. Iyengar ergens. Met andere woorden daar hoef je niet zoveel nadruk op te leggen.

In mijn speciale les over de adem, geef ik aandacht aan het naar binnen keren en het volgen van de ademstroom binnenin jou. Je volgt de stroom van lucht zonder de kracht van buitenaf te veranderen. Ruimte maken van binnen om de stroom toegang te geven tot de uiterste hoeken van jouw lichaam. Hoe adem jij? en waar? Welke delen in jou worden aangeraakt als je ademt?